Tekstgrootte
HENGELO - Bouw kan plan Klein Driene doorkruisen
Ze dachten dat ze alle hobbels genomen hadden. Want enkele weken geleden is eindelijk de bouw begonnen van het nieuwe Radiomuseum aan de Johan Wagenaarstraat. Sinds een jaar is al bekend dat het museum, dat in verband met de bouw van Hart van Zuid weg moest aan het Esrein, naar Klein Driene verhuist.
Maar de fundering ligt nog maar amper in de grond, of er is tegenslag.
Voor de zoveelste keer. Want HBS Ons Belang en St. Joseph Wonen hebben gezamenlijk bezwaar ingediend tegen de bouw van het museum. Het is het enige bezwaar. Henk de Groot, voorzitter van het museum voor Radio Nostalgie, is dan ook teleurgesteld. "Toen directeur Wil de Bruijn van Ons Belang me belde dacht ik eerst dat hij ons subsidie wilde geven. Maar in plaats daarvan vertelde hij dat ze bij de gemeente bezwaar tegen de bouw hadden ingediend. Eigenlijk is dat niet juist. Het is tenslotte al een jaar bekend dat we naar de Johan Wagenaarstraat gaan. Dat heeft ook al in de krant gestaan. Om dan nu nog met een bezwaar te komen... De Bruijn heeft tegen mij gezegd dat hij het niet wist."
De Bruijn laat desgevraagd weten het bezwaar te hebben ingediend met de nodige tegenzin. "We waren wel op de hoogte dat er op die plek ontwikkelingen waren. Maar tot voor kort wisten we niet wat er precies zou komen."
Op dit moment is HBS Ons Belang, samen met de gemeente Hengelo en St. Joseph Wonen, druk bezig met de voorbereiding van de herstructurering van Klein Driene. "We hebben volop plannen met die wijk. Want iedereen is het erover eens dat veel woningen niet meer aan de eisen van deze tijd voldoen", stelt De Bruijn. Talrijke onderzoeken zijn de afgelopen periode al uitgevoerd in Klein Driene. In onder andere het Nobo-rapport, wordt de zogenaamde stempelstructuur van de wijk geprezen. De Bruijn: "Als wij dingen doen in de wijk, moeten we rekening houden met dat rapport. Maar in het Welstandsadvies voor het museum wordt niet gerept over dat rapport. Als we nu geen bezwaar hadden ingediend, dan kun je straks niks meer. Maar we doen het met tegenzin, het museum is geen commerciële partij."
Inmiddels is de sloopvergunning verleend voor het oude Radiomuseum aan het Esrein. Volgens planning zou het nieuwe museum op 1 januari opgeleverd moeten worden. Of Ons Belang desnoods bereid is een bouwstop te vragen, wil De Bruijn niet zeggen.
Met dank aan Peter van der Zanden. Want het is de secretaris van het Radiomuseum die er hoogstpersoonlijk voor heeft gezorgd dat ‘het ding’ nu in het museum aan het Esrein staat. Van der Zanden wist niet eens precies wat hij enkele maanden geleden had gefotografeerd in Zuna. In de buurtschap bij Wierden is tijdens de Tweede Wereldoorlog een Engelse Lancaster bommenwerper neergeschoten. De resten van het toestel zijn vorig jaar opgegraven.
"Ik ben wezen kijken op een open dag waarop de spullen die zijn gevonden
werden tentoongesteld", zegt Van der Zanden. Aan de hand van foto's die
Van der Zanden had gemaakt kon voorzitter Henk de Groot al wel een redelijke
inschatting maken van de precieze functie van het apparaat. Nu weten ze zeker
wat het is, want sinds enkele dagen heeft het Museum Electro Radio Nostalgie
'het ding' in bezit. "Een radio is het niet", zegt De Groot. "Maar
het is een ontstoringsfilter dat werd gebruikt in combinatie met de radio-installatie",
zegt radio-deskundige De Groot.
Een radio was zonder een dergelijk filter nauwelijks te gebruiken in een zware,
viermotorige bommenwerpers. "De zware motoren moesten worden ontstoord."
De vrijwilligers van het museum vergelijken het met de radio
van een Fiat 500. Zonder een filter was er ook geen muziek uit te krijgen,
de motor stoorde veel te hard. Via de gemeente Wierden is het Hengelose museum
in het bezit gekomen van het filter.
Wie belangstelling had voor een opgegraven onderdeel kon zich melden bij de gemeente. Alleen musea en stichtingen kwamen daarvoor in aanmerking. Geen particulieren. Het radiosignaal ging aan de voorkant van het filter naar binnen, legt De Groot uit. Dubbele filters zorgden ervoor dat het signaal er aan de achterzijde ongestoord weer uitging. Een dergelijk filter is volgens hem niet uniek. Alle vliegtuigen die in de oorlog werden ingezet waren volgens hem voorzien van een dergelijk filter. Bijzonder is volgens Peter van der Zanden het feit dat het filter nog in redelijke toestand is opgegraven.
Toen de Lancaster in 1944 werd neergehaald door een Duitse jager, was de bommenwerper op weg naar Duitsland. Aan boord van de AVRO Lancaster was een Tall Boy. Met een explosieve lading van 5500 kilo de zwaarste conventionele bom die tijdens de Tweede Wereldoorlog is gebruikt. Toen de Lancaster neerstortte is de bom ontploft. "Tijdens de tentoonstelling van de onderdelen die ze hebben opgegraven waren heel veel bomscherven", zegt Van der Zanden, die zelf de vernietigende kracht van de Tall Boy heeft gezien. "Enorme kraters maakten die bommen." Het filter krijgt een plekje bij andere 'oorlogspullen' van het museum aan het Esrein. En de mannen van het museum willen nog een keer naar Deventer, waar een liefhebber een cockpit van een Lancaster heeft nagebouwd.
[#] [03 januari 2007, 10:09:09] [Cat.: Archieven en Musea, WOII]
Contactpersoon:
dhr. de Groot
De voorliefde voor elektronica vormde de basis voor het verzamelen en ruilen van historisch materiaal. Aankopen en schenkingen deden de verzameling groeien. In december 1989 werd in het personeelsblad van de IJsselmij een hoogspanningsverdeelstation aan 't Esrein te koop aangeboden. In twee jaar van hard werken werd deze ruimte omgetoverd tot een klein, maar gezellig museum. Op 16 mei 1992 werd het museum door het districtshoofd van de IJsselmij, ing. G.S. Opwegen, officieel geopend. Op dit moment wordt het museum geconfronteerd met renovatieplannen i.v.m. "het hart van Zuid" en zal het de huidige plek moeten verlaten. Een nieuwe locatie is van levensbelang voor de zeer omvangrijke collectie die is opgebouwd en het instant houden van kennis en documentatie die door veel particulieren, studenten en bedrijven door heel Nederland wordt geraadpleegd.
Het Radiomuseum bestaat tien jaar, maar de vraag is: hoe lang blijft het nog bestaan? Het staat midden in het Hart van Zuid. De plannenmakers kunnen dan ook niet om het Radiomuseum heen. Sterker, ze gaan er dwars doorheen. Waarmee de toekomst voor het museum, dat deze maand tien jaar bestaat, zeer onzeker is.
Een rotonde. Precies op zijn plekje. Zo zien de laatste plannen eruit. Hoewel je op het moment met Hart van Zuid nog niets zeker weet. De plannen voor de ontwikkeling van de Stork-corridor achter het station zijn daarvoor nog te vaag. Maar zeker is dat ze het radiomuseum niet onberoerd zullen laten. Want het gebouwtje aan het Esrein staat midden in het gebied. Precies in de baan van de nieuwe ontsluitingsweg. ‘We zullen weg moeten’, zegt secretaris Peter van der Zanden van de beheerstichting. ‘Daarom zijn we laatst bij wethouder Ter Ellen geweest. We hebben gezegd: we kunnen het netjes en niet netjes doen. Of ze komen met een andere plek voor ons of ze zullen ons moeten onteigenen.’ En dat op het moment dat het museum het tienjarig bestaan viert. Toen werd de collectie van Henk de Groot, tegenwoordig voorzitter, ondergebracht in het voormalige verdeelstation aan het Esrein.
De Groot, destijds werkzaam bij de elektriciteitsmaatschappij IJsselmij, was twintig jaar daarvoor begonnen met het verzamelen van oude radio’s en elektronica. Min of meer uit teleurstelling over de ‘nieuwerwetse’ apparaten, zoals transistors. ‘Die gingen me boven de pet. Daarom greep ik terug op het oude. De buizenradio’s kende ik op mijn duimpje.’
De collectie groeide snel, want via de IJsselmij kwam hij vaak bij mensen thuis en menigeen had wel ergens een oude radio staan. Zijn eigen huis werd langzaam te klein. ‘?Wat moet je toch met die rommel“, zei mijn vrouw als ik met weer een oude radio kwam aanzetten. Daar kwam bij dat ik me altijd al had voorgenomen iets met de radio’s te gaan doen als ik met pensioen zou gaan. Zoals een museumpje beginnen.’
In het personeelsblad viel zijn oog op een verdeelstation aan het Esrein dat te koop werd aangeboden. De Groot mocht het kopen. En na twee jaar stevig verbouwen, was het radiomuseum, voluit het museum Electro-Radio Nostalgie, een feit. Vijf jaar later werd het ondergebracht in een stichting.
Jaarlijks komen zo’n 800 mensen naar het museum. Steevast eerst wat wantrouwend naar de buitenkant kijkend, maar bijna even zo vaak daarna met open mond stilstaand op de drempel. De Groot: ‘Vaak komt alleen de man even kijken en blijft de vrouw in de auto zitten. Maar als ik haar dan naar binnenhaal, weten ze er vaak nog meer van dan hun echtgenoot. Logisch, want zij zaten de hele dag thuis en bedienden de radio.’ De Groot wil zelf niet zeggen hoe bijzonder de collectie is. ‘Ze is in ieder geval heel oud.’ Te zien zijn onder meer de oudste radio uit 1914, die nog geen muziek maar alleen morsesignalen doorgaf, en de eerste radio voor de huiskamer uit 1920. De vraag is of het museum nog tien jaar is gegeven. Veel hangt af van de opstelling van de gemeente, zeggen de bestuursleden. Erg veel vertrouwen hebben ze er voorlopig niet in. Een ruimte en een kleine subsidie, dat is wat ze willen. Officiële verzoeken voor subsidies worden volgens hen echter nooit behandeld, maar afgedaan als niet passend in het subsidiebeleid. De hoop is voorlopig gevestigd op de komst van een verzamelmuseum, waarin de bijzondere collecties uit Hengelo een plek moeten krijgen. Maar als dat er komt, zal het nog wel enkele jaren duren. De vraag is of het radiomuseum die tijd heeft. De Groot: ‘De gemeente kan wel zeggen: hier is een ruimte en die kun je huren. Maar wij willen ons niet in de schulden steken.’
Na 40 jaar in dienst te zijn geweest bij de IJsselcentrale (het huidige Essent) kon Henk in de VUT. De IJsselcentrale bood in die tijd een leegstaand hoogspanningsverdeelstation te koop aan aan het Esrein te Hengelo. De afmeting van het gebouw was 10x10 meter. In overleg met zijn vrouw is hij hier zijn museum begonnen. Natuurlijk moest er eerst flink verbouwd worden maar na 2 jaar hard werken met de hulp van vrijwilligers werd op 16 mei 1992 het museum geopend. Het was er klein maar wel heel knus. Een paar jaar later ging het museum over in een stichting en waren er 6 medewerkers.
In 2004 kwam de gemeente Hengelo met plannen om Hengelo Z
uid op te knappen en een nieuwe bestemming te geven. Het museum moest voor deze plannen wijken. Voor 1 januari 2008 moest het pand leeg zijn. Met behulp van een adviseur werd samen met de gemeente naar een nieuw onderkomen gezocht. Een geschikte bestaande ruimte was niet te vinden dus werd er besloten om nieuw te bouwen. Na een aantal nieuwbouwplannen werd op 27 september 2007 de bouwvergunning afgegeven en kon de aannemer beginnen te bouwen aan de Johan Wagenaarstraat 20 in Hengelo. Graag had Henk zijn museum in de binnenstad van Hengelo gehad maar helaas was dat te duur.
Binnen moesten de vrijwilligers alles zelf doen, schilderen, plafonds plaatsen de elektriciteit aanleggen etc... Elektrotechniek H.J. v/d Zalm heeft hierin gesponsored, alleen de materialen kwamen voor rekening van het museum. Omdat het oude museum voor 1 januari 2008 leeg moest maar het nieuwe museum nog niet klaar was werd alles opgeslagen in het Stadskantoor van Hengelo. Maar..... nu is het dan eindelijk zo ver. Het nieuwe museum is klaar en vanaf 7 Maart kunnen de eerste bezoekers het museum bezoeken. De officiële opening zal in mei plaats vinden. Op deze website zal tzt de datum bekend worden gemaakt.
Wij hopen u te mogen ontvangen in ons nieuwe museum.